Dit is het 6de “programma” Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie opgenomen omdat de BBV (besluit begroting en verantwoording)-voorschriften de gemeente verplichtte om naast haar 5 facultatieve programma’s ook dit programma in de begroting op te nemen.
Dit programma heeft een heel ander karakter dan de andere programma's en is daarom anders van opbouw.
Het programma algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie betreft de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn daarmee vrij aanwendbaar. Daarnaast is in dit programma volgens de nieuwe BBV notitie overhead de overhead apart begroot en dus niet meer verwerkt in de (deel)programma's. Ook het renteresultaat komt via dit programma naar voren en voldoet aan de criteria van de nieuwe notitie rente.
De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht en afvalstoffenheffing, en de ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s.
Overhead
Hieronder volgt een overzicht van de overhead:
De overheadkosten 2022 bedragen 42,6%(begroot 43,8%) van de totale kosten van de organisatie (apparaatskosten).
De overheadkosten zijn in de paragraaf lokale heffingen ook apart inzichtelijk bij de kostenonderbouwing gemeentelijke heffingen (rioolrecht en afvalstoffenheffing).
Vennootschapsbelasting(Vpb)
Gemeenten zijn vennootschapsbelastingplichtig voor zover er een onderneming wordt gedreven in fiscale zin. Veel gemeenten bieden reclame-exploitanten de mogelijkheid om reclame-uitingen aan te brengen op eigendommen van de gemeente. Commerciële partijen exploiteren de advertentieruimte, waarvoor gemeenten inkomsten ontvangen. Zo ook Houten. Hierbij wordt reclame-exploitanten een exclusief gebruiksrecht gegeven op eigendommen van de gemeente, zoals grond of lichtmasten. Hier kunnen dan reclameobjecten, zoals lichtbakken en abri’s, worden aangebracht. De Belastingdienst neemt het standpunt in dat dit een belaste activiteit is. Veel gemeenten nemen het standpunt in dat sprake is van normaal vermogensbeheer. Toch heeft onze fiscalist op basis van het uitgangspunt van de belastingdienst onze aangifte moeten indienen. Dit resulteert in dat Houten over deze activiteit Vpb moet betalen.
Ook zijn er afspraken gemaakt tussen de brancheorganisatie die zich bezig houdt met de inzameling van huishoudelijk afval (de NVRD) en de Belastingdienst. Over afvalstromen met een positieve waarde moet nu, met terugwerkende kracht vanaf 2016, aangifte worden gedaan van een “winst” ter grootte van 1% van de opbrengst. Ons samenwerkingsverband (AVU) doet aangifte van de “winst” met betrekking tot de opbrengst van papier en glas (de twee grootste afvalstromen die een positieve waarde hebben). Houten doet aangifte over de resterende afvalstromen (oud ijzer en frituurvet), Dit alles resulteert in een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2022 van € 22.468 .
Hierna wordt de derde W-vraag Wat mag het kosten? beantwoord.